Een reeks interviews over hoe rampen en crises beter te managen binnen de zorg

Onderstaand een van de vier interviews die ik deed en schreef voor OTO Limburg. Deze interviews geven Limburgse zorginstellingen meer inzicht in het gevalideerde meetinstrument dat de instellingen moet gaan helpen om rampen en crises beter te managen. Traumachirurg Peter Brink vertelde een helder verhaal. 

In de dertig jaar die ik in Limburg als traumachirurg werk zijn er gelukkig geen echte grote FullSizeRenderrampen gebeurd. Vandaar dat het ook lastig in te schatten is of we ook optimaal op een crisis zijn voorbereid. Dat we als professionals onder de meest onvoorziene omstandigheden levens kunnen redden, daar ben ik van overtuigd. Dat is onze dagelijkse bezigheid. Maar zijn wij ook in staat om ons tijdens een crisis met meer organisatorische kwesties bezig te houden? Het nieuwe OTO-meetinstrument biedt opheldering.

Eerst even terug naar de achtergrond: het is een feit dat bij rampen en crises ineens heel andere regels gelden. De vanzelfsprekendheid is weg. We krijgen er onder extreme omstandigheden verantwoordelijkheden bij en dat kan ons uit balans brengen. Hoe is het bijvoorbeeld gesteld met onze communicatieve vaardigheden als we ook andere instanties en personen aan moeten sturen? Weten we hoe we zorg moeten dragen voor vlekkeloze patiënt tracking? Pakken we zonder twijfel de telefoon omdat we weten wie ons in deze situatie het beste vooruit kan helpen?

Daar komt nog eens bij dat bij een ramp de factor ‘toeval’ een ontzettend grote rol speelt. En hoe bereiden we ons voor op een situatie die vooraf niet in te schatten is? Zo had de vuurwerkramp in Enschede bijvoorbeeld veel meer doden en gewonden tot gevolg gehad als het die dag slecht weer was geweest en meer mensen binnen waren geweest. Zo zijn er ook heel veel bijna-rampen die door toeval voorkomen worden. En dan zijn er helaas ook de rampen waarbij de wet van Murphy leidend is.

En hoewel toeval een grote rol speelt, ben ik er wél van overtuigd dat we ons goed op een ramp kunnen voorbereiden. Ik heb ook een duidelijke visie gekregen op hoe we dat het beste kunnen doen. Wat dat betreft kwam het initiatief van OTO Limburg op een mooi moment. Ik was meteen ontzettend nieuwsgierig toen OTO aangaf te willen onderzoeken of het mogelijk is om op wetenschappelijke basis te meten of zorginstellingen adequaat zijn voorbereid op rampen en crisissen.

Door de grote toevalsfactor was ik in eerste instantie wel sceptisch. Het leek me lastig om een wetenschappelijk tool te maken voor gebeurtenissen die om meerdere redenen zo onvoorspelbaar zijn. Gaandeweg het proces overtuigde de fanatieke OTO-projectgroep me dat het inderdaad mogelijk is om een wetenschappelijk gevalideerd meetinstrument te ontwikkelen. Hun inspanningen en de eerste resultaten werden uiteindelijk beloond met een definitieve ‘go’ voor het project.

Inmiddels is het meetinstrument een feit. OTO Limburg geeft hiermee landelijk een mooi visitekaartje af. Zorginstellingen in deze regio hebben nu de beschikking over een gevalideerd meetinstrument waarmee het heel gemakkelijk is om organisatiebreed meer veiligheidsbewustzijn te creëren. Ook worden instellingen in staat gesteld om het ministerie van VWS inzage te geven in wat er precies met de OTO-gelden gedaan wordt en wat hiervan het directe resultaat is.

Ik ben ervan overtuigd dat er met dit meetinstrument een heel belangrijke stap richting meer veiligheidsbewustzijn bij rampen en crises is gezet. Tot nu toe deden we jaarlijks onze oefeningen en kwamen we steeds weer tot dezelfde conclusies. Qua professionaliteit zit het goed: we redden dagelijks levens en dat kunnen we ook onder extreme omstandigheden. Alleen met de vele (communicatieve) randvoorwaarden weten we ons niet altijd raad.

En dat is juist waar deze gevalideerde tool uitkomst biedt. De tool dwingt je als organisatie om een vanzelfsprekendheid te maken van handelingen die bij een crisis aan bod komen. Vragenlijsten, zelfevaluatie en competentieprofielen vormen de leidraad. Hierdoor krijg je als instelling inzicht in wat je doet en wat je zou moeten doen om veiligheid te garanderen. Je kunt hier ook je ambities op aanpassen. Zo ben je dus constant in beweging naar een veiligere organisatie die ook onder extreme omstandigheden kalm blijft.

Ik denk dat Limburgse zorginstellingen blij mogen zijn met dit nieuwe meetinstrument. We zijn de eerste in Nederland die dankzij OTO Limburg de beschikking hebben over een wetenschappelijk gevalideerde tool. Hiermee tillen we onze opleidingen, trainingen en oefening stap voor stap naar een hoger niveau. Hoe serieuzer je met de tool werkt, hoe meer inzicht je krijgt in het veiligheidsbewustzijn, in hoe we voorbereid zijn op een rampen en crises en in hoe we deze onvoorziene omstandigheden het beste kunnen managen. Een interessant proces dat ook onze dagelijkse werkzaamheden naar een hoger niveau tilt.

Prof. Dr. Peter Brink
Medisch Hoofd Netwerk Acute zorg Limburg